Rechtbank Gelderland oordeelt dat X in principe geen recht heeft op teruggaaf van de btw. Omdat de inspecteur in eerdere rapporten van boekenonderzoeken de werkwijze van X heeft geaccordeerd, kan hij de btw echter niet naheffen.

X bemiddelt bij het afsluiten van telefoonabonnementen voor een mobiele telefoon tussen een telecomprovider en consumenten. Hierbij is de levering van een mobiele telefoon inbegrepen. X ontvangt voor deze bemiddeling een provisie van de provider. Wanneer de consument geen telefoon hoeft, verleent X een korting op het abonnement, terwijl het abonnement tussen de klant en de provider ongewijzigd blijft. X maakt daartoe een creditfactuur op en vraagt om teruggaaf van de btw. De inspecteur is echter van mening dat er geen dienst wordt verricht, en legt een btw-naheffingsaanslag op aan X.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat het niet mogelijk is dat X een creditfactuur uitschrijft voor een telefoon wanneer die telefoon helemaal niet is geleverd, en dus ook niet is gefactureerd. Ook vormt de uitbetaling van een deel van de winst door X aan de klant geen dienst, waarvoor X een factuur kan sturen. Er bestaat dan in principe geen recht op teruggaaf. De inspecteur kan de btw echter niet naheffen, omdat hij in eerdere rapporten van boekenonderzoeken de werkwijze van X heeft geaccordeerd. Volgens de rechtbank kan X er dan op vertrouwen dat hij recht heeft op teruggaaf van de btw. De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag.

Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 8 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen