Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van bedrijfsmatige exploitatie van cultuurgrond binnen een veehouderij. X geeft zijn veehouderijactiviteiten voor de IB aan in box III. De WOZ-beschikking van € 63.000 blijft in stand.

X is eigenaar van twee percelen grasland waarop hij tien schapen en een geit roulerend laat grazen. De gemeente Westerveld legt hem een WOZ-beschikking op voor het jaar 2016 van € 63.000. De waarde is niet in geschil maar X stelt dat de cultuurgrondvrijstelling van toepassing is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van bedrijfsmatige exploitatie van cultuurgrond binnen een veehouderij. X geeft zijn veehouderijactiviteiten voor de IB aan in box III, en dus niet als winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. Hij is ook niet als ondernemer ingeschreven bij de KvK en de overgelegde balans en winst- en verliesrekening zijn uitsluitend opgemaakt voor interne doeleinden. De percelen kunnen daarom niet buiten aanmerking worden gelaten als uitgezonderde objecten in de zin van de uitvoeringsregeling Wet WOZ. Het hof verwerpt ook de stelling van X dat sprake is van een samenstel. De woning van X en de daaraan dienstbare gronden enerzijds, en de twee percelen anderzijds, zijn geografisch en fysiek zozeer gescheiden dat geen sprake is van een samenstel. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2

Wet waardering onroerende zaken 18

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen