Belanghebbende, X, is eigenaar van een benedenwoning. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde van de onroerende zaak op waardepeildatum 1 januari 2016 vast op € 233.000. Gelijktijdig met de heffingsgrondslag is de aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd. In hoger beroep is de waarde van de woning in geschil maar ook of de heffingsambtenaar bij de waardebepaling van de woning de juiste vergelijkingsobjecten heeft gebruikt.
Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar erin slaagt om waarde van woning aannemelijk te maken met behulp van een taxatierapport. Uit dit rapport blijkt dat de waarde van de woning is bepaald met behulp van de systematische vergelijkingsmethode met woningen waarvan marktgegevens beschikbaar zijn. De vergelijkingsobjecten zijn vergelijkbaar met de benedenwoning. X slaagt er niet in om de door hem bepleite waarde aannemelijk te maken. Zijn referentieobject betrefteen niet-woning. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 8 augustus