Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank terecht heeft beslist dat zij onbevoegd is voor zover de beroepen van X betrekking hebben op de beoordeling van het (on)juiste verloop van de administratieve beroepsprocedures over de kwijtschelding. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO). X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen drie dwangbevelen en betekeningskosten. De invorderingsambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van X eerst niet-ontvankelijk, maar na interventie van de Hoge Raad ongegrond (HR 21 februari 2014, nr. 13/01311, V-N 2014/12.7). De rechtbank verklaart zich onbevoegd met betrekking tot de beoordeling van de gronden gericht tegen de administratieve procedures.

Hof Den Haag (MK I, 7 december 2016, BK-16/00234, BK-16/00235 en BK-16/00236, V-N Vandaag 2017/111) oordeelt dat de rechtbank terecht heeft beslist dat zij onbevoegd is voor zover de beroepen van X betrekking hebben op de beoordeling van het (on)juiste verloop van de administratieve beroepsprocedures. Waar het de inhoud en de wijze van totstandkoming van de kwijtscheldingsbeschikking en de uitspraak van B. en W. betreft, kan uitsluitend een vordering bij de civiele rechter worden ingesteld. Verder heeft de rechtbank na de vernietiging van de uitspraken op bezwaar van de invorderingsambtenaar terecht zelf in de zaak voorzien. Voor terugwijzing van de zaak bestond geen aanleiding. Het hof oordeelt verder dat de duur van de cassatieprocedure terecht niet is meegenomen bij de berekening van de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de invorderingsambtenaar is ongegrond.

De Hoge Raad (V-N Vandaag 2017/2161) oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen