Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde 2016 is gebonden aan een vaststellingsovereenkomst die in het verleden met X is gesloten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

X is eigenaar en gebruiker van een vrijstaande villa gelegen nabij de snelweg A2. In geschil is de WOZ-waarde 2016. X bepleit een verlaging van € 325.000 en verwijst daarbij naar een overeenkomst die hij in het verleden met de gemeente heeft gesloten.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde 2016 is gebonden aan een vaststellingsovereenkomst die in het verleden met X is gesloten. Die vaststellingsovereenkomst betrof het tijdvak 2001 t/m 2004. Uit de tekst van de vaststellingsovereenkomst volgt niet dat de heffingsambtenaar ook voor het onderhavige tijdvak hieraan zou zijn gebonden. Met betrekking tot de waarde van de onroerende zaak heeft de heffingsambtenaar voldaan aan de op hem rustende bewijslast. Zoals uit de matrix van de heffingsambtenaar blijkt is in de waarde-opbouw van de onroerende zaak en bij de verkoopcijfers van de referentieobjecten rekening gehouden met de ligging aan de A2. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 22 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen