Belanghebbende, X bv, houdt zich bezig met advisering op het gebied van onder meer management en fiscale zaken. Tijdens een boekenonderzoek treft de inspecteur stukken aan waaruit blijkt dat X bv in 2007 een bedrag van € 14.418 is verschuldigd aan omzetbelasting en voor een bedrag van € 11.857 recht heeft op vooraftrek. De boekhouding is echter incompleet. In geschil is of de inspecteur terecht een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 14.418 heeft opgelegd aan X bv met boete van 50% en dat de voorbelasting niet in aftrek wordt gelaten.
Hof Den Haag volgt de inspecteur dat de naheffingsaanslag moet worden verminderd met € 85 aan aftrekbare voorbelasting naar € 14.333 en dat de boete van 50% terecht is. De rechtbank had deze boete nog verminderd naar 10%, omdat zij alleen voor de niet voldane omzetbelasting opzet aanwezig achtte. Het hof oordeelt dat X bv tegen beter weten in meer voorbelasting heeft geclaimd dan waarop zij recht had en dus ook op dit onderdeel opzet kan worden verweten. Een boete van 50% acht het hof dan ook op zijn plaats. X bv kan zich niet beroepen op de afspraak die hij op zitting heeft gemaakt met de inspecteur dat de boete beperkt zou blijven tot 10%. Deze afspraak was op voorwaarde dat X bv het bedrag van de naheffingsaanslag (tijdig) zou betalen, en deze afspraak is X bv niet nagekomen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f