Belanghebbende, X, is het niet eens met de verhoging van haar box-3-inkomen door de inspecteur. X ontkent houder te zijn van een bankrekening bij KB Lux.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de Belastingdienst terecht het box-3-inkomen van een KB Lux ontkenner heeft verhoogd. De rechtbank ziet geen aanleiding om van haar eerdere oordeel af te wijken dat X en haar echtgenoot terecht zijn geïdentificeerd als rekeninghouder (Rechtbank Den Haag 9 januari 2014, nr. AWB 13/1612, ECLI:NL:RBDHA:2014:3075). De rechtbank verwerpt eveneens het reeds eerder door X ingenomen standpunt dat de rekening toebehoort aan een neef van de echtgenoot van X. Het feit dat de echtgenoot van X een bescheiden inkomen heeft, terwijl deze neef aannemer is, doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank acht verder aannemelijk dat de rekening in 2009 nog steeds een substantieel saldo heeft, zodat X door de bankrekening te verzwijgen niet de vereiste aangifte heeft gedaan over het jaar 2009. De rechtbank past omkering van de bewijslast toe en oordeelt dat de Belastingdienst een redelijke schatting heeft gemaakt van de verzwegen inkomensbestanddelen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e