Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en dat de inspecteur het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dat X door zijn eigen verzuim teveel MRB heeft betaald is tegenover het uitvoeringsbelang niet onevenredig.

Hof Den Haag oordeelt dat de stelling dat de waarde van woningen vanwege de lage rente kunstmatig hoog is, geen aanleiding is om de WOZ-waarde van de woning te verlagen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat een normale pick-up een open laadruimte heeft, waardoor de hoogte-eis van 130 centimeter logischerwijs niet geldt. Door de laadbak met hardtop is echter sprake van een gesloten laadruimte en geldt de hoogte-eis dus weer wel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur ondanks het ontbreken van een nieuw feit mag navorderen over ten onrechte aangegeven negatief loon. Navordering is mogelijk op grond van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR omdat hier sprake is van een voor X kenbare fout in de aangifte en niet van een beoordelingsfout van de inspecteur.

Naar aanleiding van een Woo-verzoek is een memo inventarisatie vermogensverkeer van box 3 naar box 2 openbaar gemaakt. De ondertitel van het memo is: ‘Hoe groot is de prikkel om vermogen onder te brengen in box 2?’.

Staatssecretaris Idsinga van Financiën heeft de tweede nota van wijziging Belastingplan BES-eilanden 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Door middel van de tweede nota van wijziging wordt een omissie in het voorgestelde art. II onderdeel T hersteld.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X in Nederland woont en daarom hier verplicht verzekerd en premieplichtig is voor de Zorgverzekeringswet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

De Staatssecretaris van Financiën heeft de nota van wijziging op het Belastingplan BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Staatssecretaris Idsinga van Financiën heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Belastingplan BES-eilanden 2025 bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2025. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2025 in werking treedt. Het wetsvoorstel omvat verschillende maatregelen die invloed hebben op de belastingwetgeving voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba).

De bestuurscolleges en eilandsraden van Bonaire, St.-Eustatius en Saba zien niet de logica in van de maatregel in het Belastingplan BES 2025 om de instap naar de tweede schijf in de inkomstenbelasting te verlagen van een belastbaar inkomen van 322.769 dollar naar 50.000 dollar. De eilandbesturen schrijven in een brief aan het Nederlandse ministerie van Financiën dat ze een goede koopkrachtanalyse missen en vrezen voor een hogere belastingdruk voor groepen burgers en ondernemers.

A-G Wattel is van mening dat de LLC uit de VS zich niet bezighoudt met handel of streven naar winst op Aruba, dat doet alleen haar 100% dochter X NV. X NV klaagt dus ten onrechte over de vergelijkingsmaatstaf in een bepaling die niet op haar moeder van toepassing is.

De wet tot goedkeuring van het op 18 november 2015 tot stand gekomen belastingverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en Malta is in het Staatsblad geplaatst. De wet treedt 26 juli 2024 in werking.

De Rijkswet tot wijziging van de Belastingregeling Nederland en Curaçao (BRNC) in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-project van de OESO is in het Staatsblad gepubliceerd. De wijzigingen treden in werking met ingang van 13 juli 2024.

De Eerste Kamer heeft op 9 juli 2024 ingestemd met het wetsvoorstel tot goedkeuring van het op 18 november 2015 tot stand gekomen belastingverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en Malta (V-N 2023/16.7).

Op 25 juni 2024 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel wijziging Belastingregeling Nederland en Curaçao (36351).