X heeft op 7 februari 2009 voor het jaar 2007 aangifte ib/ph gedaan. Naar aanleiding van de aangifte stelt de inspecteur op 23 april 2010 en 27 mei 2010 vragen aan X. Op 7 juli 2010 en 12 juli 2010 is X eraan herinnerd dat hij de gevraagde informatie nog niet heeft verstrekt. X is per brief van 12 juli 2010 gewezen op de verplichtingen uit hoofde van artikel 47 AWR en de gevolgen van het niet nakomen daarvan. Met dagtekening 24 december 2010 is de in geschil zijnde aanslag ib/ph opgelegd. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant overweegt dat X niet heeft voldaan aan de verplichtingen van artikel 47 AWR, zodat de sanctie (omkering en verzwaring van de bewijslast) optreedt. Dit wordt niet verhinderd door het ontbreken van een informatiebeschikking. Het rechtsgevolg (de sanctie) is namelijk reeds ingeroepen bij het opleggen van de aanslag vóór 1 juli 2011, omdat toen al sprake was van schending van artikel 47 AWR. Nu de schending dateert van vóór 1 juli 2011 en de aanslag ook, is een informatiebeschikking niet nodig, maar volgt de sanctie uit de wettekst van vóór 1 juli 2011. X slaagt er vervolgens niet in aan te tonen dat de aanslag ten onrechte of tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 16 augustus