Aan X wordt op 15 september 2009 een aanslag successierecht opgelegd. Op 1 juli 2010 tekent X bezwaar aan tegen de aanslag. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. X stelt dat tijdig bezwaar is gemaakt en dat de brief van 1 juli 2010 een aanvulling betreft. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maak dat hij eerder dan 1 juli 2010 bezwaar heeft gemaakt en verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep stelt X dat hij de aanslag pas na afloop van de bezwaartermijn heeft ontvangen.
Hof Amsterdam oordeelt dat de stelling van X tardief is. Volgens het hof valt niet in te zien waarom X zijn stelling niet eerder heeft aangevoerd. Verder strookt de stelling die X in hoger beroep aanvoert ook niet met hetgeen hij voor de rechtbank heeft aangevoerd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7