X gaat in beroep tegen een uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De termijn om beroep in te stellen eindigt op 4 april 2013. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Het beroepschrift is per fax pas op 5 april 2013 door de rechtbank ontvangen. Ter zitting in hoger beroep stelt X dat de pagina die volgens haar faxapparaat op 4 april 2013 om 23.27 uur is verzonden en dus vóór 24.00 uur bij de rechtbank moet zijn ingekomen, dezelfde pagina is als de op 5 april 2013 om 16.04 uur door de rechtbank ontvangen pagina 2 van de op die datum naar de rechtbank gefaxte bladzijden. Zij veronderstelt dat de op 4 april 2013 verzonden pagina door medewerkers van de griffie van de rechtbank is weggegooid omdat deze zelfde bladzijde reeds deel uitmaakte van het (van verdere bijlagen voorziene) beroepschrift in de versie die zij op 5 april 2013 verzonden heeft.
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank het per fax ingediende beroep van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Op grond van in hoger beroep ingebrachte gegevens uit het faxlogboek van X en haar uitleg daarbij is aannemelijk dat het op de laatste dag van de bezwaartermijn rond 23.28 uur gefaxte pro forma beroep vóór 24.00 uur door de rechtbank is ontvangen. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7