Aan de heer X is een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een boete van 100% opgelegd. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur bij uitspraak van 23 december 2014 in het gelijk. De uitspraak is diezelfde dag verzonden. De termijn voor het indienen van hoger beroep eindigt dus op dinsdag 3 februari 2015. X schrijft en verzendt zijn hoger beroep pas op 4 februari 2015. In geschil is of het beroep desondanks ontvankelijk is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. X stelt vergeefs dat hij zich heeft verrekend bij het bepalen van het einde van de beroepstermijn. Deze omstandigheid dient voor zijn rekening te blijven. X beroept zich ook vergeefs op het feit dat hij op 18 december 2014 is verhuisd na ontruiming van zijn etage in de voormalige echtelijke woning, waardoor zijn administratie moeilijk toegankelijk was. Dat laatste klemt overigens temeer omdat de uitspraak van de rechtbank na 18 december 2014 is verzonden, en kennelijk wel normaal door X is ontvangen. X had dus ter voorkoming van de niet-ontvankelijkheid met een kort pro-forma hogerberoepschrift kunnen volstaan. Het beroep van X is niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11