Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over brieven van de ontvanger die betrekking hebben op teruggaaf van IB/PVV.

Belanghebbende, X, ontvangt van de Belastingdienst een mededeling dat zijn aanslag IB/PVV 2011 zal worden verminderd. De mededeling heeft als dagtekening 31 augustus 2013. Met dagtekening 7 november 2015 maakt X bezwaar omdat hij in de veronderstelling verkeert dat hij de teruggaaf nog niet heeft ontvangen. Op 23 november 2015 maakt hij opnieuw bezwaar en verzoekt hij om een ontvangstbevestiging. Op 3 december 2015 maakt X vervolgens bezwaar tegen het niet ontvangen van een ontvangstbevestiging. Op 4 januari 2016 stelt X de Belastingdienst in gebreke voor het niet tijdig beslissen op het bezwaar van 23 november 2015. Op 11 januari 2016 laat de ontvanger weten dat het bedrag van de teruggaaf op 4 september 2013 is overgemaakt op de bankrekening van X. Het bezwaarschrift van X verklaart de ontvanger kennelijk niet-ontvankelijk.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over brieven van de ontvanger die betrekking hebben op teruggaaf van IB/PVV. Uit art. 1 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak blijkt dat tegen geschillen over uitbetaling van teruggaven geen beroep openstaat bij de bestuursrechter. De rechtbank is evenmin bevoegd te oordelen over het beroep van X tegen de niet-ontvankelijkverklaring nu deze uitspraak is gedaan door de ontvanger. X zal zich in dit verband moeten wenden tot de civiele rechter. Hetzelfde geldt voor de beslissing inzake de dwangsom (vgl. HR 20 december 2013, nr. 12/02872, BNB 2014/42).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:5-1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

2

Gerelateerde artikelen