Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente Arnhem terecht voor de tweede maal leges heeft geheven na een opnieuw aangevraagde omgevingsvergunning. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X vraagt een omgevingsvergunning aan voor het bouwen van een woning. De heffingsambtenaar legt in 2013 een aanslag leges op. Tijdens de bouw constateert de gemeente dat wordt gebouwd in strijd met de vergunning. X vraagt in 2015 een nieuwe vergunning aan. De heffingsambtenaar heft wederom leges. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2018/1692) verklaart het hoger beroep ongegrond. Het hof verwerpt het standpunt van X dat al in 2013 leges zijn geheven voor hetzelfde object. Het hof overweegt dat alleen al vanwege het in behandeling nemen van de aanvraag uit 2015 leges kunnen worden geheven. Daaraan staat niet in de weg dat eerder een omgevingsvergunning is verleend. Ook merkt het hof op dat bij de eerdere vergunning sprake was van een buitenplanse kleine afwijking, en dat het nu in 2015 gaat om een grote planologische afwijking. X stelt dat het geheven bedrag bestaat uit drie componenten: bouwen, aanleg en strijdig gebruik, maar dat deze specificatie op de aanslag ontbreekt. Het hof oordeelt dat niet vereist is dat het aanslagbiljet een specificatie moet bevatten van het aanslagbedrag. Deze was ook vermeld in de brief waarbij de omgevingsvergunning is verleend. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 februari

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen