Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X door omzet te presenteren als privéstortingen zich ervan bewust moet zijn geweest dat een aanzienlijk bedrag aan inkomstenbelasting niet zou worden geheven.

De heer X drijft vanaf begin 2008 een adviesbureau. Volgens zijn IB-aangifte over 2008 is er een verlies geleden van € 26.554. Bij een boekenonderzoek blijkt X een zeer gebrekkige administratie te hebben. In de Excel kasadministratie zijn 19 privéstortingen verantwoord. De privéstortingen zouden in totaal € 33.578 zijn. De inspecteur zet vraagtekens bij die stortingen en stelt dat X te weinig omzet heeft verantwoord. De winstcorrectie is € 42.016, zijnde € 50.000 minus de daarin begrepen btw. In geschil is de IB-navordering over 2008, alsmede de vergrijpboete van € 2727. Rechtbank Gelderland vermindert de boete tot € 2379, zijnde 25% van de nagevorderde belasting. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X door omzet te presenteren als privéstortingen zich ervan bewust moet zijn geweest dat een aanzienlijk bedrag aan belasting niet zou worden geheven. X heeft dus niet de vereiste aangifte gedaan zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De boete hoeft in verband daarmee niet gematigd te worden. De schatting van de inspecteur is namelijk nog aan de lage kant. Over zijn geringe draagkracht heeft X voorts geen enkel bewijs bijgebracht. De boete van € 2379 is passend en geboden. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

4

Gerelateerde artikelen