De heer X exploiteert een coffeeshop. In 2009 wordt bij een boekenonderzoek toevallig ontdekt dat X een Zwiterse bankrekening heeft. In 1994 en 1999 zijn hierop volgens X twee bedragen gestort, die vervolgens zijn belegd in een mixfonds. In geschil zijn diverse ib/pvv-navorderingsaanslagen vanaf 1998 met vergrijpboetes. X stelt aanvankelijk dat de inkomsten naar Zwitserland zijn overgeheveld, omdat de handel in softdrugs destijds nog illegaal was en hij de inkomsten wel moest verzwijgen voor de Nederlandse fiscus.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat X thans vergeefs stelt dat het geld is gespaard uit inkomsten die reeds vóór de storting als inkomsten in Nederland belast zijn geweest. Door het verzwijgen van de Zwitserse bankrekening heeft X niet de vereiste aangiften gedaan. De bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard. Het in 1999 gestorte bedrag van f 175.000 (€ 79.411) is terecht als winst belast. De boetes van 50% zijn voorts passend en geboden. De beroepen van X zijn in zoverre ongegrond.