Rechtbank Overijssel oordeelt dat X na het vertrek van zijn partner geen recht heeft op de zogeheten 10%-regeling voor toeslagen.

X ontvangt over 2017 zorg- en huurtoeslag. Op 14 november 2017 zijn X en zijn toeslagpartner gescheiden en is de toeslagpartner uitgeschreven op het adres van X. Als gevolg hiervan herziet de Belastingdienst/Toeslagen de zorg- en huurtoeslag en moet X een deel van deze toeslagen terugbetalen.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat X na het vertrek van zijn partner geen recht heeft op de zogeheten 10%-regeling voor toeslagen. Die regeling is bedoeld voor situaties waarin het inkomen van de partner na het vertrek stijgt en dit ook het recht op toeslag van de achterblijvende partner raakt. De regeling zorgt ervoor dat bij de achterblijver geen rekening wordt gehouden met de inkomensstijging van de vertrokken partner. Daarvoor is wel vereist dat het daadwerkelijk behaalde inkomen van de vertrokken partner ten minste 10% hoger is dan het herleide inkomen. In dit geval wordt aan die voorwaarden niet voldaan, zodat X niet in aanmerking komt voor de regeling. Hij krijgt wel een vergoeding van proceskosten en griffierecht omdat in bezwaar de hoorplicht is geschonden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Huurrecht, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 12 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen