Rechtbank Breda heeft het beroep van belanghebbende, X, die in Indonesië woont, niet-ontvankelijk verklaard op grond van het niet tijdig indienen van het beroepschrift. X komt in verzet tegen deze uitspraak. Het afschrift van de aangevallen uitspraak van de inspecteur is gedagtekend 28 juli 2010. Het beroepschrift van X is gedagtekend 9 september 2010. Het poststempel op de enveloppe waarin het beroepschrift is verzonden, vermeldt als datum ook 9 september 2010. Het beroepschrift is ter griffie van de rechtbank ontvangen op 10 september 2010. X stelt in zijn verzetschrift onder andere dat de termijnen in de Awb gesteld zijn om belanghebbenden een redelijke periode te geven om zich te bezinnen op hun beroep en motivering daarvan. X is buitenlands belastingplichtige en daarmee afhankelijk van de postbezorging in Indonesië. Omdat deze postbezorging erg lang duurt, houdt dat volgens X in dat de Nederlandse termijnen niet te halen zijn.
Rechtbank Breda stelt voorop dat termijnen van bezwaar en beroep van openbare orde zijn. Dat wil zeggen dat het fatale termijnen zijn. Dat X in het buitenland woont en daar zijn post ontvangt, maakt deze wettelijke termijn niet anders. De rechtbank overweegt vervolgens dat het niet aannemelijk is dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend. De door X aangevoerde redenen vormen naar het oordeel van de rechtbank geen omstandigheid op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de overschrijding van de beroepstermijn niet aan hem is toe te rekenen. X had domicilie kunnen kiezen in Nederland. Nu X dit niet heeft gedaan draagt hij zelf het risico dat post hem te laat bereikt. Het verzet van X is ongegrond.