X is het niet eens met de WOZ-waarde van zijn woning. In geschil is of de heffingsambtenaar in de bezwaarfase de hoorplicht heeft geschonden. De gemeente heeft X een conceptuitspraak op bezwaar gestuurd met de mededeling dat X binnen twee weken kenbaar kon maken indien hij (alsnog) gehoord wilde worden. Omdat een reactie van X uitgebleven is, is de concept uitspraak op bezwaar definitief geworden. X stelt dat hij deze conceptuitspraak niet heeft ontvangen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar uit de omstandigheid dat X geen reactie gaf op de conceptuitspraak op bezwaar, niet mocht afleiden dat X (stilzwijgend) afstand deed van zijn recht om gehoord te worden. Bij twijfel over de vraag of X al dan niet toestemming heeft gegeven om van het horen af te zien, blijft de heffingsambtenaar gehouden X in de gelegenheid te stellen te worden gehoord (vgl. HR 15 mei 2009, nr. 08/00437, V-N 2009/24.9). Op verzoek van X besluit de rechtbank de zaak terug te verwijzen naar de heffingsambtenaar.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2