Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X een voorziening kan vormen. Bij de aanvang van de ondernemingsactiviteiten in 2001 bestond namelijk de reële verwachting dat de ondernemingsactiviteit winstgevend zou zijn. Er is geen sprake van onzakelijk handelen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, drijft, samen met zijn partner, Y, via een vof, een ruitersportcentrum (C). X houdt de aandelen in B bv. B bv verstrekt een krediet aan C, en verhuurt de manage aan C. De huur wordt in 2008 beëindigd. In 2011 wordt X aansprakelijk gesteld voor de schulden van C, waaronder de onbetaald gebleven huurpenningen. X voldoet vervolgens € 431.073. Tevens voldoet X het bedrag waarvoor Y aansprakelijk wordt gesteld (€ 431.963). X scheldt deze regresvordering op Y vervolgens kwijt, omdat deze niet voor verwezenlijking vatbaar is. De inspecteur corrigeert de IB-aangifte 2010 van X. De inspecteur accepteert de afwaardering van de regresvordering namelijk slechts voor een bedrag van € 226.893. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de regresvordering in 2010 nog niet kan worden afgewaardeerd, omdat X pas in 2011 is begonnen met betalen, en dat X ook geen voorziening kan vormen.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK III, 7 november 2017, 16/01162, V-N 2018/8.1.2) oordeelt dat X een voorziening kan vormen. Het hof overweegt daarbij dat bij de aanvang van de ondernemingsactiviteiten in 2001 de reële verwachting bestond dat de ondernemingsactiviteit winstgevend zou zijn. Ook is volgens het hof niet van belang dat X in 2003 de hoofdelijke aansprakelijkheid op zich heeft genomen voor de gehele op dat moment bestaande huurschuld aan B bv. X was namelijk op dat moment, als vennoot van C, reeds op grond van de wet hoofdelijk aansprakelijk voor de op dat moment bestaande huurschuld aan B bv. Er is volgens het hof dan ook geen sprake van onzakelijk handelen. De uit de onderneming voortvloeiende regresvordering is volgens het hof zakelijk, zodat deze ten laste van de winst van X kan worden gebracht. In 2010 kan een voorziening worden gevormd en het door X geclaimde bedrag kan ten laste van de winst van dat jaar worden gebracht. Het gelijk is aan X. Het hof vermindert de aanslag.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 13 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen