Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het inkomen van X ten onrechte heeft verhoogd met € 40.000 voor acht autoritten.

X doet aangifte IB/PVV 2010 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 2.016. X wordt in Duitsland veroordeeld voor de productie van amfetamine en betrokkenheid bij hennepplantages. De inspecteur verhoogt met toepassing van omkering van de bewijslast het door X aangegeven inkomen met een geschat bedrag aan inkomsten uit hennepteelt in Duitsland (€ 64.397) en Nederland (€ 92.498) en 8 autoritten (€ 40.000). Na bezwaar van X laat de inspecteur de correctie in verband met hennepteelt in Nederland vervallen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het inkomen van X ten onrechte heeft verhoogd met € 40.000 voor acht autoritten. De rechtbank leidt uit de getuigenverklaring waarop de inspecteur deze correctie heeft gebaseerd af dat X op 21 juni 2010 met de auto naar een plek is gereden om een groot geldbedrag op te halen voor een derde in Nederland. Het opgehaalde bedrag was slechts € 5.000. Dat dit geldbedrag niet een vergoeding voor X was, wordt in diezelfde getuigenverklaring bevestigd daar waar de getuige verklaart dat X zich beklaagde dat hij de kosten van de autorit zelf moest betalen. De correctie wegens inkomsten uit drugshandel in Duitsland is wel terecht.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

2

Gerelateerde artikelen