Belanghebbende, X bv, maakt deel uit van een groep van vijf vennootschappen. De inspecteur legt aan elkvan de vennootschappen een verzuimboete van € 2460 op wegens het niet tijdig doen van aangifte vennootschapsbelasting. In de procedure van X bv matigt de rechtbank de boete naar € 500. De rechtbank overweegt onder meer dat X bv een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting had kunnen aangaan en dat in dat geval de inspecteur slechts één boete had kunnen opleggen.
Hof 's-Gravenhage stemt in met de vermindering van de verzuimboete door de rechtbank naar € 500. Het hof stelt vast dat een en dezelfde persoon dga is van zowel X bv als de andere vier vennootschappen en ook voor al deze bedrijven de aangifte verzorgt. Er is dus sprake van een complex van handelingen die door de dga en de door hem beheerste vennootschappen samen zijn verricht. Alle boetes drukken bovendien indirect geheel op het vermogen van de dga. Onder deze omstandigheden is de boete van € 2460 disproportioneel in verhouding tot de ernst van de gedraging op grond waarvan zij is opgelegd (HR 10 maart 1993, nr. 28 911, BNB 1993/198). De boete van € 500 acht het hof passend.