Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de navorderingsaanslagen omdat de inspecteur naar het oordeel van het hof op onrechtmatige wijze heeft geweigerd de naam van de tipgever bekend te maken. 

Aan belanghebbenden zijn als erfgenamen van erflater (navorderings)aanslagen IB/PVV 1997 en 1999 t/m 2009 en (navorderings)aanslagen VB 1998 en 2000 opgelegd met vergrijpboeten. Dit in verband met het aanhouden van een buitenlandse bankrekening door erflater. Na het overlijden van erflater zijn de boetes ambtshalve verminderd. In geschil is of de inspecteur enkele op de zaak betrekking hebbende stukken gedeeltelijk geheim mag houden. In eerste aanleg heeft de geheimhoudingskamer van Rechtbank Gelderland de inspecteur opgedragen de volledige informatie te openbaren. Dat heeft hij niet volledig gedaan. Rechtbank Gelderland heeft geen gevolgen verbonden aan de weigering van de inspecteur om ongeschoonde versies van stukken over de tipgever over te leggen (Rechtbank Gelderland 6 juni 2013, nr. AWB 11/1635, V-N 2013/35.11).

Hof Arnhem-Leeuwarden  vernietigt de navorderingsaanslagen omdat de inspecteur naar het oordeel van het hof op onrechtmatige wijze heeft geweigerd de naam van de tipgever bekend te maken. Het hof acht deze weigering onrechtmatig, omdat de inspecteur zich ter zitting van het hof zonder voorbehoud heeft neergelegd bij de beslissing van Rechtbank Gelderland dat de naam van de tipgever bekend moet worden gemaakt. Het hof acht een vernietiging van de aanslagen in dit geval een passende sanctie, omdat in deze zaak de rechtsorde is geschokt. Niet alleen mag van de inspecteur, als vertegenwoordiger van de Nederlandse overheid, worden verwacht dat hij de bevelen van een rechter uitvoert, maar door de weigering om te verklaren over de identiteit van de tipgever zijn ook de belanghebbenden in deze belastingzaak te zeer geschaad in hun mogelijkheden om  zich te verweren tegen de aan hen opgelegde belastingaanslagen. Het hof bepaalt de proceskostenvergoeding met toepassing van art. 2 lid 3 Besluit proceskosten bestuursrecht op € 75.000. Het hoger beroep van belanghebbenden is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 4 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen