Belanghebbende, X maakt bezwaar tegen naheffingsaanslagen loonbelasting en omzetbelasting. Na ingebrekestelling van de inspecteur stelt X beroep in vanwege het niet-tijdig beslissen op haar bezwaren. Conform de uitspraak van de rechtbank doet de inspecteur binnen twee weken uitspraak op bezwaar, echter zonder X te horen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur toen hij opdracht kreeg van de rechtbank om binnen twee weken te beslissen op bezwaar, X had moeten uitnodigen voor een hoorzitting. X heeft gedurende de gehele bezwaarfase steeds haar verzoek om een hoorgesprek gehandhaafd. De verplichting om uitspraak op bezwaar te doen, laat de verplichting om te horen immers niet vervallen; dat staat niet in de wet en het vloeit ook niet voort uit de arresten van de Hoge Raad van 10 juni 2016 (V-N 2016/31.9 en 2016/31.10). Met enkel een uitnodiging voor een hoorgesprek binnen vijf dagen, heeft de inspecteur niet voldaan aan zijn verplichting om X in de gelegenheid te stellen om te worden gehoord. De inspecteur had bij de rechtbank kunnen verzoeken om een ruimere termijn om uitspraak op bezwaar te doen. De rechtbank stelt de inspecteur in de gelegenheid het gebrek te herstellen met toepassing van de bestuurlijke lus.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:51a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet bestuursrecht 6:22