Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inspecteur terecht de administratie van een Japans restaurant heeft verworpen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting zijn gebaseerd op een redelijke schatting, maar die van de loonbelasting niet. De rechtbank matigt de vergrijpboeten niet wegens undue delay. 

 

Belanghebbende, vof X, exploiteert een Japans restaurant. Vennoten zijn A en B. Bij controles van de Arbeidsinspectie zijn illegalen werkend bij de vof aangetroffen. Door de SIOD en de politie is bij een doorzoeking een USB-stick in beslag genomen met een schaduwadministratie. Op bevel van de officier van Justitie is de inhoud van drie safeloketten bij bankkantoren uitgeleverd, waarbij contante geldbedragen zijn aangetroffen. Bij een boekenonderzoek zijn de verschillen in geboekte omzet en kasontvangsten versus de op de USB-stick opgenomen bedragen vastgesteld. Uit de vermogensvergelijkingen volgt een negatief netto privé. De inspecteur verwerpt de administratie, en legt met omkering en verzwaring van de bewijslast naheffingsaanslagen LB/PH en omzetbelasting en vergrijpboeten op ter grootte van 50% van de nageheven bedragen.

Rechtbank Haarlem geeft aan dat de inspecteur terecht de administratie van de vof heeft verworpen omdat de vof niet heeft voldaan aan de administratieve verplichtingen die haar is opgelegd op grond van de Wet OB en de AWR. De vof slaagt er niet in aannemelijk te maken dat naheffingsaanslagen voor de omzetbelasting te hoog zijn. Voor wat betreft de naheffingsaanslagen loonbelasting oordeelt de rechtbank dat de naheffingsaanslagen niet zijn vastgesteld op basis van een redelijke schatting. De rechtbank acht het onredelijk ervan uit te gaan dan er meer lonen zouden zijn uitbetaald dan de op de usb-stick vermelde lonen en stelt de naheffingsaanslagen naar beneden toe bij. De boeten van 50% worden dienovereenkomstig verminderd. De rechtbank ziet evenwel geen reden de boeten te verminderen wegens overschrijding van de redelijke termijn. Gelet op de omstandigheid dat de vof zelf invloed heeft gehad op de (verlengde) duur van de behandeling, alsmede gezien de omvang en de complexiteit van de zaak is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die een langere termijn dan twee jaar rechtvaardigen. Omdat het beroep van X op onderdelen gegrond is, heeft de vof recht op een proceskostenvergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 36

Wet op de omzetbelasting 1968 34

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Haarlem

Editie: 9 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen