De Hoge Raad oordeelt in afwijking van Hof Arnhem dat de belastingrechter wel mag toetsen of investeringen in gemeentebezittingen die duurzaam nut afwerpen, moeten worden geactiveerd.

Belanghebbende, X, stelt dat de verordening rioolrechten 2006 van de gemeente Nijmegen onverbindend is omdat de gemeente het tarief zodanig heeft vastgesteld dat de geraamde baten uitgaan boven de geraamde lasten ter zake van (de opbrengstlimiet). De discussie over de opbrengstlimiet concentreert zich op de vraag of de rioolinvesteringen in 2006 direct in hun geheel ten laste van dat jaar mogen worden gebracht dan wel dat activering en afschrijving daarvan over 2006 en de volgende jaren moeten plaatsvinden. Rechtbank Arnhem oordeelt dat de gemeente moet afschrijven en dat in 2006 de opbrengstlimiet wordt overschreden. Hof Arnhem acht echter geen verplichting tot afschrijving aanwezig en vernietigt de uitspraak van de rechtbank.

De Hoge Raad oordeelt in afwijking van Hof Arnhem dat de belastingrechter wel mag toetsen of investeringen in gemeentebezittingen die duurzaam nut afwerpen, moeten worden geactiveerd. De Hoge Raad stelt voorop dat bij de toetsing aan de opbrengstlimiet de gemeentelijke begroting als uitgangspunt dient voor de ramingen. De vraag of een investering moet worden geactiveerd betreft de vraag of de toerekening van de investeringsuitgaven aan het desbetreffende jaar in die ramingen niet in strijd komt met de voor de gemeente geldende comptabiliteitsvoorschriften. Dit is een rechtsvraag die de belastingrechter bij een verschil over de opbrengstlimiet moet beantwoorden. Verder heeft het hof de rioolrechten en de rioolheffing ten onrechte gekenschetst als ‘bijdragen van derden' die op grond van art. 62, tweede lid, Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in mindering worden gebracht op de waardering van een activum. De Hoge Raad is het ook niet eens met de beslissing van het hof om het voorwaardelijk door X ingestelde incidentele hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Hieraan doet niet af dat X ook zonder het instellen van incidenteel hoger beroep had kunnen persisteren in zijn stellingen die de rechtbank had verworpen. De Hoge Raad stemt wel in met de beslissing van het hof dat het hier gaat om investeringen in het bestaande rioolstelsel en niet om uitbreidingsinvesteringen. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond en verwijst de zaak naar Hof 's-Hertogenbosch.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen