Belanghebbende, X bv, heeft op grond van de Beconregeling uitstel gekregen voor het doen van de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2008. X bv wordt voor het verstrijken van de reguliere indieningstermijn van de aangifte door de inspecteur aangemaand om de aangifte te doen. Bij het opleggen van de aanslag vennootschapsbelasting wordt aan X bv een verzuimboete van € 567 opgelegd. X bv komt tegen de verzuimboete in beroep. Rechtbank Breda verklaart het beroep gegrond. De inspecteur komt in hoger beroep. In geschil is onder andere of het uitstel voor het indienen van de aangifte is ingekort tot 1 januari 2010.
Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat X bv of haar gemachtigde van de inkorting van het verleende uitstel schriftelijk op de hoogte is gesteld. De voorwaarde die aan het verlenen van uitstel wordt gesteld, namelijk het tijdig indienen van een voorlopige aangifte, kan niet als een ontbindende voorwaarde worden gezien. X bv had tot 1 mei 2010 de tijd om de aangifte in te dienen. De inspecteur kon tot die datum niet overgaan tot het versturen van een aanmaning. Aan het niet reageren op de vroegtijdig verzonden aanmaning kunnen dan ook geen gevolgen worden verbonden. Het opleggen van een verzuimboete op grond van artikel 67a AWR is daarom niet mogelijk. Het hoger beroep is ongegrond.