Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de door X betaalde verbouwingskosten van vóór de schenkingsdatum niet onder de verruimde schenkvrijstelling eigen woning vallen.

Belanghebbende, X, krijgt op 16 december 2013 een schenking van € 100.000 van haar ouders. Volgens X heeft zij recht op de tijdelijke verruiming van de eenmalige vrijstelling van € 100.000 in verband met de verbetering van haar eigen woning. Bij de aanslag schenkbelasting wordt deze vrijstelling verleend. In maart 2016 verzoekt de inspecteur X aan te geven hoe het geschonken bedrag van € 100.000 is besteed. Naar aanleiding van de door X overgelegde facturen blijkt dat zij al voor de datum van schenking verbouwingskosten heeft betaald. Volgens de inspecteur vallen alleen de bedragen die na de datum van schenking van 16 december 2013 zijn betaald onder de regeling van de eenmalige verruimde schenkvrijstelling eigen woning. Gevolg is de in geschil zijnde navorderingsaanslag schenkbelasting.

Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X niet aannemelijk maakt dat op het moment van ondertekening van de opdrachtbevestiging, 19 september 2013, redelijkerwijs te verwachten was dat zij voor de verbouwingskosten een schenking van € 100.000 zou ontvangen. X toont het vereiste verband tussen de schenking en de verbouwing niet aan. De tijdelijke verruiming van de eenmalige vrijstelling van schenkbelasting vindt daarom geen toepassing op de reeds betaalde verbouwingskosten van vóór 16 december 2013. Het hoger beroep van de Inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33a

Successiewet 1956 33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen