Hof Den Haag oordeelt dat de voorlopige aanslag zuiveringsheffing na vermindering in de bezwaarfase niet te hoog is vastgesteld. X heeft ook geen recht op een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase.

X heeft in 2021 het gebruik van een bedrijfsruimte. De heffingsambtenaar legt aan X voor het jaar 2021 een voorlopige aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte op. Na bezwaar vermindert de heffingsambtenaar de voorlopige aanslag. De vermindering houdt verband met het feit dat de bedrijfsruimte in 2021 (voor een deel van het jaar) gesloten is vanwege corona-maatregelen. In hoger beroep is in geschil of de voorlopige aanslag zuiveringsheffing nog te hoog is en of X recht heeft op een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase.

Hof Den Haag oordeelt dat de voorlopige aanslag zuiveringsheffing na vermindering in de bezwaarfase niet te hoog is vastgesteld. X heeft ook geen recht op een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase. De voorlopige aanslag is in bezwaar niet herroepen wegens een aan de heffingsambtenaar te wijten onrechtmatigheid. X heeft in hoger beroep geen nieuwe feiten en omstandigheden ingebracht of argumenten en nadere onderbouwingen van eerder ingenomen stellingen verstrekt waardoor de beslissing van de rechtbank niet in stand kan blijven. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 8 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

61

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen