Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet is voldaan aan de strekking van de regels over het bekendmaken. De strekking is dat zoveel mogelijk personen die betrokken waren bij de voormalige stichtingen en die potentieel bezwaar en beroep kunnen instellen ervan op de hoogte moeten zijn.

X is oud-vereffenaar van twee – inmiddels ontbonden en vereffende – stichtingen. X was ook één van de bestuurders van de stichtingen. In geschil zijn diverse VPB-(navorderings)aanslagen ten name van deze stichtingen, alsmede de beschikkingen belastingrente, die alleen zijn betekend aan X. X stelt dat de (navorderings)aanslagen en beschikkingen moeten worden vernietigd omdat deze niet volgens de in de wet voorgeschreven wijze bekend zijn gemaakt en ook niet meer kunnen worden vastgesteld gelet op de daarvoor geldende termijnen. De inspecteur voert aan dat is voldaan aan de strekking van de regels van bekendmaking en wijst erop dat tijdig bezwaar is gemaakt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat niet is voldaan aan de strekking van de regels over het bekendmaken. De strekking is dat zoveel mogelijk personen die betrokken waren bij de stichtingen en die potentieel bezwaar en beroep kunnen instellen, ervan op de hoogte moeten zijn. Ook de termijn tot het bevoegdelijk vaststellen van de aanslagen en beschikkingen, waarvoor rechtsgeldige bekendmaking vereist is, is verstreken. De beroepen zijn gegrond. De aanslagen en beschikkingen worden vernietigd. De inspecteur moet de proceskosten van € 2625 en de griffierechten vergoeden. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn heeft X recht op een immateriële schadevergoeding van € 1500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 8

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting

Editie: 20 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

604

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen