Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing 2015 van gemeenschappelijk belastingkantoor Lococencus-Tricijn. De heffingsambtenaar vernietigt de aanslagen omdat X niet de gebruiker was van het adres waarop de aanslagen betrekking hebben. De heffingsambtenaar kent X een kostenvergoeding toe, rekening houdend met een wegingsfactor 0,25 voor het gewicht van de zaak (zeer licht).
Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht wegingsfactor 0,25 heeft gehanteerd voor het bezwaar van X tegen de aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing. Het bezwaarschrift dat is ingediend door de gemachtigde is enkel gebaseerd op de stelling dat X in 2015 niet woonachtig was op het adres waarvoor de aanslagen zijn opgelegd. Deze feitelijke informatie is van X zelf afkomstig. Met de heffingsambtenaar is de rechtbank dan ook van oordeel dat de bewerkelijkheid en gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener minimaal zijn geweest. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15