Belanghebbende, X, drijft samen met A in de periode van 1 januari 2003 tot en met 30 april 2004 in firmaverband een kado-shop. De activiteiten van de shop bestonden in hoofdzaak uit de verkoop van softdrugs. Beide firmanten waren voor 50% gerechtigd tot de winst. Door de firmanten wordt geen kas- of voorraadadministratie bijgehouden. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek met betrekking tot de handel in softdrugs door X en A wordt door de inspecteur een boekenonderzoek bij X ingesteld. Op grond van de bevindingen van dat onderzoek concludeert de inspecteur dat niet is voldaan aan de wettelijke administratieplicht en dat de administratie van de shop moet worden verworpen. De door X in het jaar 2003 aangegeven winst uit onderneming wordt door de inspecteur met € 192 248 gecorrigeerd. X komt in beroep tegen de voor het jaar 2003 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en premie ziekenfondswet zelfstandigen. Rechtbank Arnhem verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep.
Hof Arnhem overweegt dat X de administratieplicht heeft geschonden. Dit leidt tot omkering van de bewijslast. Volgens het hof berust de winstcorrectie van de inspecteur echter niet op een redelijke schatting. De inspecteur is ervan uitgegaan dat door de toetreding van X tot de firma extra winst is behaald door de coffeeshop. Volgens het hof heeft de inspecteur daarbij echter miskend dat X zelf nooit drugs heeft verkocht aan klanten in de coffeeshop en dat het aantal klanten niet is toegenomen door de toetreding van X tot de firma. Het hof stelt de winstcorrectie vast op € 166 498. De aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen wordt verminderd. De overige aanslagen blijven in stand omdat die aanslagen door de inspecteur zijn berekend naar (lagere) heffingsgrondslagen. Het hoger beroep is gedeeltelijk gegrond.