Verzoeker, X, heeft beroep ingesteld tegen twee aanslagen IB/PVV 2007. Bij aanvang van de zitting van 14 juli 2011 wraakt de gemachtigde van X de bestuursrechter die het beroep van X behandelt. Bij aanvang van de zitting van de wrakingskamer op 29 augustus 2011 verzoekt X vervolgens mondeling om wraking van de voorzitter van de wrakingskamer en een lid van de wrakingskamer. X verwijst als grond voor wraking van genoemde leden van de wrakingskamer naar een lijst met rechters die geen kennis mogen nemen van bepaalde zaken omdat zij gefraudeerd hebben. Deze lijst is volgens X opgesteld en/of goedgekeurd door de Raad van de Europese Gemeenschappen.
De wrakingskamer van Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het laatste wrakingsverzoek van X buiten behandeling wordt gelaten, aangezien dit tweede wrakingsverzoek op de door X aangevoerde grond kennelijk misbruik van het rechtsmiddel wraking oplevert. Ten aanzien van het eerste wrakingsverzoek van 14 juli 2011 heeft X meegedeeld dat volgens hem de rechtbank haar zaken niet op orde heeft. De wrakingskamer overweegt dat hetgeen X heeft aangevoerd - voor zover reeds begrijpelijk - voor het overgrote deel niet ziet op feiten of omstandigheden waarbij de bestuursrechter betrokken is. Daaruit valt dan ook geen aanwijzing te ontlenen voor een gebrek aan onpartijdigheid bij de bestuursrechter, dan wel de schijn daarvan. Voor het overige is hetgeen X heeft aangevoerd op geen enkele wijze onderbouwd. Er is dan ook niet gebleken van feiten of omstandigheden die erop wijzen dat de rechterlijke onpartijdigheid van de bestuursrechter schade zou kunnen lijden. Het verzoek wordt afgewezen