Voor de toepassing van de Set-aside-regeling is het niet vereist dat gebruikers ook aanspraak konden maken op de landbouwvrijstelling. Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op Kamervragen over het bericht ‘Ruim 200 boeren met bos krijgen onverwachte megaclaims van fiscus’. In de praktijk werd de regeling wel toegepast door agrariërs die de grond in een landbouwbedrijf aanwendden voordat deze werd beplant met bomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het nultarief niet van toepassing is op de levering van het paard. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat het paard is uitgevoerd naar de Verenigde Staten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aan X opgelegde navorderingsaanslagen berusten op resultaten uit het rapport van het boekenonderzoek. Een schatting gebaseerd op dergelijke concrete gegevens is in beginsel redelijk.

De Kennisgroep onroerende zaken vindt dat het genotsrecht van de grond waarop een recreatiewoning staat in principe tot de rendementsgrondslag in box 3 behoort. Aangezien belastingplichtige een zakelijke vergoeding betaalt voor een tijdvak van ten hoogste één jaar is de waarde van dit genotsrecht bepaald op nihil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij de box 3-heffing terecht geen rekening heeft gehouden met de schuld van X aan zijn moeder. Het verstrekken van de lening heeft namelijk geen invloed gehad op de vermogenstoestand van X.

Indien een werknemer gedurende de dienstbetrekking geen (vast) woonadres meer heeft hoeft de werkgever niet het anoniementarief toe te passen. Dit is anders indien de werknemer op het moment van indiensttreding geen woonadres heeft. Dit blijkt uit een standpunt van de Kennisgroep loonheffingen algemeen

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR een uitputtende regeling is die ook van toepassing is op de verstrekking van onder de geheimhoudingsplicht vallende informatie over de verzoeker zelf.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X, die naar Nederland is gekomen vanwege de in 2022 uitgebroken oorlog in Oekraïne, kwalificeert als ingekomen werknemer voor de toepassing van de 30%-regeling.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).