De Federale Overheidsdienst Financiën van België heeft recent voor inwoners van België, die een aanvullend pensioen (2de pijler) ontvangen uit Nederland, de eigen wetgeving verduidelijkt zodat helder wordt welke staat mag heffen over deze pensioenuitkeringen, België of Nederland.

De federale dienst formuleert dit als volgt:

Concreet heeft dit tot gevolg dat periodieke uitkeringen van collectieve aanvullende pensioentoezeggingen afkomstig uit Nederland, waarvan de opbouw aanleiding heeft gegeven tot fiscale faciliëring, éénduidig als aanvullend pensioen in de zin van artikel 34 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) worden aangemerkt. Dergelijke pensioenuitkeringen zijn dus onderworpen aan het progressief tarief van de personenbelasting.

België is volgens het bilateraal belastingverdrag dus bevoegd om deze uitkeringen te belasten. Aangezien deze pensioenen in België tegen het progressief tarief worden belast, dient Nederland zich te onthouden van belastingheffing. Het bericht bevat verder aanwijzingen voor de inwoners hoe ze dubbele belastingheffing kunnen voorkomen voor de belastingjaren 2021 en 2022.

Bron: Federale Overheidsdienst Financiën

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Internationaal belastingrecht

27

Gerelateerde artikelen