Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) is bereid te onderzoeken of de belastingvoordelen die de Jehova's Getuigen genieten kunnen worden ingetrokken, als reactie op de berichten van seksueel misbruik. Tegelijkertijd twijfelt de bewindspersoon of het intrekken van de zogenoemde ANBI-status standhoudt bij de rechter.
Deze week werd bekend dat de Jehova's Getuigen niet bereid zijn een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar kindermisbruik binnen hun eigen gelederen. Ze vinden dat niet nodig omdat zich maar een paar slachtoffers hebben gemeld, liet Dekker dinsdag weten. Ook zouden ze zelf al maatregelen hebben genomen.
De uitzonderingspositie bij de Belastingdienst is bedoeld voor Algemeen nut beogende instellingen (ANBI), maar Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA) vraagt zich af of de Jehova's Getuigen nog wel binnen deze categorie vallen. ,,Als je een instelling van algemeen nut bent, maar niet bereid bent te kijken hoe je kinderen kan beschermen, welk nut heb je dan?''
Dekker toonde begrip voor de breed gedeelde ergernis in de Kamer over de opstelling van de Jehova's. ,,Ik begrijp dat punt, ik wil ernaar kijken.'' Tegelijkertijd benadrukte hij dat de ,,Jehova's zullen zeggen dat er geen veroordeling is geweest. En het laatste dat ik ze gun is een zaak die wij vervolgens verliezen. Je moet van tevoren goed weten of je in je recht staat.''
Van Toorenburg begreep de kanttekeningen die Dekker plaatste, maar ,,wil de minister toch aanmoedigen die strijd aan te gaan''.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting