Een echtgenote hoeft niet een half miljoen euro te betalen en aandelen over te dragen aan haar failliete man, waarmee zij buiten gemeenschap van goederen is getrouwd. Dat heeft Rechtbank Oost-Brabant bepaald. De curator moet het beslag op het geld van de vrouw en haar bedrijf onmiddelijk ongedaan maken omdat geen sprake is van 'paulianeus handelen'.
De zaak bestaat uit de volgende feiten. De man was oprichter en eigenaar van Bubble Group, een bedrijf dat zich richtte op online gokken. In februari 2014 werd het bedrijf failliet verklaard. De man kocht in november 2014 aandelen in Psari, een bedrijf dat zich richt op consultancy van de online gokmarkt.
De aandelen in Psari droeg de man in januari 2016 en februari 2017 over aan zijn echtgenote. Zij zijn buiten gemeenschap van goederen getrouwd. Hij bleef wel in loondienst werken voor Psari. In december 2018 werd de man veroordeeld tot een celstraf en een geldboete, onder andere vanwege witwassen, valsheid in geschrifte en het opzettelijk overtreden van de Wet op de Kansspelen (onderzoek Rykiel). In maart 2019 werd de man persoonlijk failliet verklaard en is er een curator aangesteld.
Aandelen en te weinig loon
Volgens de curator zou de vrouw de aandelen van het bedrijf in 2016/2017 hebben overgenomen tegen een te lage waarde. Daarmee zouden de schuldeisers van de man nu mogelijk zijn benadeeld. Volgens de curator handelde het bedrijf Psari daarnaast onrechtmatig door de man te weinig loon uit te betalen.
De curator eist dat de aandelen van Psari weer teruggaan naar de man en daarmee onderdeel worden van de faillissementsboedel. Verder wil hij een schadevergoeding van het bedrijf en van de vrouw van in totaal 526.543 euro omdat de man te weinig loon heeft gekregen.
Faillissement
Volgens de rechtbank staat niet vast dat het faillissement van de man (in 2019) op het moment van de overdracht van de aandelen (in 2016 en 2017) al was te voorzien. Het faillissement van de Bubble Groep in 2014 en de strafrechtelijke procedure die toen al liep tegen de man, maakt dit niet anders. Daarmee komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de aandelen überhaupt tegen een reële waarde zijn gewaardeerd.
Te laag inkomen
Volgens de curator was het inkomen dat de man vanuit Psari in het verleden ontving vele malen hoger dan zijn inkomen nu. De man is echter sinds de overdracht van de aandelen slechts werknemer. De bedragen die hij in het verleden ontving, hingen samen met het ondernemerschap en het ondernemersrisico. Volgens de rechtbank kunnen die bedragen dan ook niet worden vergeleken met het loon dat de man ontvangt in loondienst. Hij krijgt bovendien een salaris dat ruimschoots boven het minimumloon uitkomt.
Daarnaast hebben Psari en de vrouw uiteengezet dat de man na de aandelenoverdracht een stap terug heeft gedaan. Dit deed hij op advies van de huisarts en zijn psycholoog. Al met al wordt de curator niet in het gelijk gesteld. Hij heeft beslag gelegd op geld dat toekomt aan Psari en de vrouw. Dit moet de curator direct ongedaan maken.
Deze uitspraak heeft nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:2234.
Bron: Rechtbank Oost-Brabant
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Huwelijksvermogensrecht, Insolventierecht