De zaak (Parket bij de Hoge Raad, 5 januari 2018, ECLI:NL:PHR:2017:1397, TaxVisions editie 19 januari 2018) verloopt als volgt. Een man belegt begin 2013 zijn vermogen in aandelen SNS Reaal. In februari 2013 onteigent de minister van Financiën de aandelen. De onteigeningsvergoeding bedraagt € 0. De man is van mening dat de box 3-heffing voor hem een buitensporige last is. Zeker omdat hij redelijkerwijs niet in staat is om het geleden verlies goed te maken. Het hof Arnhem-Leeuwarden is het eens met de man en vermindert de box 3-heffing. De staatssecretaris van Financiën heeft cassatie aangetekend.
Voorafgaand aan het oordeel van ons hoogste rechtscollege concludeert Advocaat-Generaal (A-G) Niessen dat een forfaitair rendement van 4% niet redelijk is als een belastingplichtige een groot verlies lijdt dat hij niet binnen een beperkt aantal jaren kan goedmaken. Een belangrijk element bij de beoordeling is of er sprake is van een buitensporige last.
Belang voor de praktijk
Van een buitensporige last is sprake als de belastingheffing zulke verstrekkende gevolgen heeft dat ze in geen verhouding meer staat tot het doel.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting