Volgens ING-economen werkt het bestaan van verschillende btw-tarieven economisch verstorend. Dan gaan consumenten relatief meer kopen van laag belaste producten dan dat ze zouden doen als er maar één tarief zou zijn. De deskundigen van de bank pleiten er daarom voor om helemaal af te stappen van de tweedeling van een hoog en een laag btw-tarief, en in plaats daarvan één uniform btw-tarief in te stellen.

Nederlandse huishoudens zijn door de btw-verhoging volgend jaar gemiddeld zo'n 300 euro duurder uit. Het lage btw-tarief wordt per 1 januari 2019 verhoogd van 6 naar 9 procent, waardoor de inflatie naar verwachting zo'n 0,6 procent extra zal toenemen. Onder andere boodschappen, boeken en theaterkaartjes worden duurder. Tegelijkertijd gaat onder meer de inkomstenbelasting omlaag en stijgen de inkomens waardoor de meeste huishoudens er wel in koopkracht op vooruitgaan.

De lasten komen voor 75% op het bordje van consumenten en 25% bij bedrijven terecht. Dit betekent dat 2,3 miljard euro voor de rekening komt van consumenten en 0,8 miljard euro voor de rekening van bedrijven. Van alle consumptieve bestedingen valt 23% procent onder het lage btw-tarief van 6%. Hiervan zijn 72% primaire levenslevensmiddelen en 28% niet-primaire levensbehoeften.

Hoge en lage inkomens merken van de btw-verhoging gemiddeld ongeveer evenveel. In absolute euro’s is er wel een verschil. Hoge inkomens geven meer uit aan producten met een laag btw-tarief, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Hoge inkomens kopen bijvoorbeeld meer kunst en boeken en eten gemiddeld wat duurder. Als aandeel van hun inkomen geven hoge en lage inkomens echter een even groot deel uit aan producten en diensten die onder het lage tarief vallen.

Verschillende btw-tarieven

Het bestaan van verschillende btw-tarieven werkt economisch verstorend. In een economie met verschillende btw-tarieven passen consumenten hun keuzes aan: ze gaan relatief meer kopen van het laag belaste product dan dat ze zouden doen in een economie met één tarief. Nu het lage btw-tarief omhoog gaat, wordt het verschil tussen het normale (hogere) en lage tarief kleiner. Zo wordt de verstoring van de keuzes van consumenten volgens de economen kleiner. Er treedt een zogeheten welvaartswinst op.

Meer welvaartswinst zou behaald kunnen worden door één uniform btw-tarief te introduceren. Een vaak genoemde reden om het lage btw-tarief te behouden is dat het de belastingdruk van lage inkomensgroepen vermindert. Om lage inkomens te ontzien is het lage btw-tarief echter een duur en ondoelmatig instrument, zo blijkt uit een btw-studie van het CPB. Als de overheid lage inkomens echt wil ontzien is het efficiënter om het lage btw-tarief af te schaffen en met dit geld lage inkomens te ontlasten door inkomenspolitiek, bijvoorbeeld via gerichte lagere inkomstenbelastingen of via sociale uitkeringen.

Bron: ING

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Omzetbelasting

27

Gerelateerde artikelen