In twee zaken heeft een 'gemachtigde'  ten onrechte beroepen ingesteld over de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). Rechtbank Gelderland vermoedt dat de belastingplichtigen geen toestemming hebben gegeven aan de gemachtigde om op hun naam een beroepsprocedure te voeren.

De rechtbank verklaart de twee beroepen van de gemachtigde in deze zaken daarom niet-ontvankelijk. Dit houdt in dat de zaken niet inhoudelijk worden behandeld. In twee andere zaken doet de rechtbank wel inhoudelijk uitspraak, maar wordt geen schadevergoeding toegekend, omdat de belastingplichtigen niet wisten dat op hun naam een procedure was ingesteld.

Eerder deze maand kondigde staatssecretaris Van Rij maatregelen aan tegen no-cure-no-pay-bedrijven die op professionele wijze procedures voeren in WOZ- en BPM-zaken zonder dat de belanghebbenden daarvan op de hoogte zijn gesteld. De bewindsman wil onder meer een informele procedure instellen en het direct uitbetalen van de proceskosten- en schadevergoedingen aan belanghebbenden mogelijk maken. Hiermee hoopt Van Rij het bewustzijn te bevorderen over het no-cure-no-pay-verdienmodel van professionele gemachtigden.

BPM-machtigingen

Wie een auto uit het buitenland wil importeren krijgt te maken met ingewikkelde regels en formaliteiten. Eén van die formaliteiten is het betalen van de BPM. Veel mensen maken dan ook gebruik van een bedrijf dat de formaliteiten bij de import van de auto voor hen regelt, waaronder dus ook het betalen van de BPM.

De rechtbank behandelt veel beroepen tegen BPM die is betaald bij de import van een auto. In veel van die zaken worden de beroepen ingediend door één bepaalde gemachtigde. Omdat de gemachtigde jaarlijks heel veel zaken indient en daarin steeds dezelfde bezwaren aanvoert, behandelt de rechtbank al die zaken in grote clusters van wel honderden zaken van heel veel verschillende belastingplichtigen. Dat zijn aan de ene kant enkele grote autohandelaren die jaarlijks heel veel tweedehands auto's importeren. Aan de andere kant gaat het om particulieren die maar één keer of af en toe een tweedehands auto willen invoeren.

Was de gemachtigde echt gemachtigd?
Op grond van informatie van de Belastingdienst bestond bij de rechtbank twijfel of in twee zaken de gemachtigde wel echt was gemachtigd om beroep in te stellen namens deze twee belastingplichtigen. Daarom verrichtte de rechtbank meer onderzoek. Daaruit bleek dat in beide gevallen de belastingplichtigen gebruik hadden gemaakt van een bedrijf dat diensten verleent bij de import van auto's. Beide belastingplichtigen gaven aan dat zij de gemachtigde – die niet bij dat bedrijf hoort – niet te kennen.

In het ene geval was het niet de handtekening van de belastingplichtige onder de machtiging en in het andere geval was de handtekening zonder toestemming gebruikt om een procedure te beginnen. De gemachtigde verklaarde desgevraagd tegenover de rechtbank dat de belanghebbenden een machtiging hebben ondertekend op kantoor van het bedrijf en dat bij hen hierover mogelijk verwarring is ontstaan.

De gemachtigde wees zelf nog op een vergelijkbare situatie in een zaak bij Hof Den Bosch van 26 oktober 2022. Daarin wilde een belanghebbende haar beroep intrekken omdat zij de gemachtigde niet kende. Vervolgens had de gemachtigde een naar eigen zeggen ‘een passende factuur uitgereikt'. Met als gevolg – zo volgt uit die uitspraak - dat de belanghebbende vanwege de hoge kosten terugkwam op haar wens om het hoger beroep in te trekken.

Beroepen niet-ontvankelijk
De rechtbank oordeelt in deze twee uitspraken dat aannemelijk is dat de belastingplichtigen de gemachtigde geen toestemming hebben gegeven om op hun naam een beroepsprocedure te voeren. Zelfs al zou op kantoor van het bedrijf een machtiging zijn getekend, dan betekent dat in dit geval nog niet meteen dat óók toestemming is gegeven om een beroepsprocedure in te stellen. 

In de andere twee zaken is de gemachtigde geweigerd door de rechtbank als gemachtigde. Naar aanleiding daarvan is aannemelijk geworden dat ook deze belanghebbenden niet op de hoogte waren van het feit dat de gemachtigde op hun naam procedures was begonnen. Dit was mogelijk ook bij andere zaken het geval. In die zaken is het beroep niet ingetrokken maar deed de rechtbank wel inhoudelijk uitspraak.

De volledige uitspraken staan op rechtspraak.nl:
ECLI:NL:RBGEL:2023:4366
ECLI:NL:RBGEL:2023:4368
ECLI:NL:RBGEL:2023:4369
ECLI:NL:RBGEL:2023:4370

Bron: Rechtbank Gelderland

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 31 juli

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

91

Gerelateerde artikelen