De rechtspraak in Nederland functioneert uitstekend. Dat leert een vergelijking van het Nederlandse rechtsstelsel op diverse onderdelen met rechtstelsels in het buitenland. Het is wel cruciaal dat rechters en raadsheren zelf in consensus vaststellen wat goede rechtspraak is. Dit is belangrijk om meer helderheid te krijgen over wat de samenleving van de rechtspraak mag verwachten.

 

Dat concludeert minister van Justitie en Veiligheid Ivo Opstelten in een brief aan de Tweede Kamer. De brief zegde de minister de Kamer op 7 februari toe tijdens een mondeling vragenuur. De minister was naar de Kamer geroepen om te praten over het manifest van raadsheren van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In dat manifest werd onder meer gerefereerd aan de werkdruk die rechters en raadsheren ervaren. 
 
Internationale vergelijking
Tijdens het vragenuur werd de minister gevraagd in de brief in te gaan op een internationale vergelijking van de werkdruk in de rechtspraak. Opstelten haalt in zijn brief onder meer het European Judicial Systems 2012 aan. Sinds 10 jaar worden hierin rechtstelsels met elkaar vergeleken. Het budget in Nederland voor rechtspraak blijkt onder het gemiddelde van de landen die deel uimaken van de Raad van Europa (RvE) te liggen. De instroom van civiele zaken, bestuurszaken en strafzaken ligt ongeveer 10 procent hoger dan het gemiddelde van de RvE-landen. Tegelijk worden zaken in Nederland in gemiddeld 159 dagen  afgedaan, tegenover 204 dagen in de andere landen.
In de brief worden nog een aantal internationale onderzoeken aangehaald, waarin Nederland vergeleken met andere rijke, westerse landen steevast in de kopgroep staat.
 
Kwaliteit rechtspraak
Opstelten concludeert in zijn brief dat er in de rechtspraak geen consensus is over wat nu precies in concrete situaties goede rechtspraak is. De Raad voor de rechtspraak, die naar aanleiding van het manifest een ronde langs alle gerechten maakte, kwam eerder tot dezelfde conclusie in een brief die naar alle medewerkers werd gestuurd na een rondgang langs alle gerechten. De minister noemt het ‘cruciaal dat rechters en raadsheren consensus bereiken' over wat goede rechtspraak is. Dit is belangrijk om meer helderheid te krijgen over wat de samenleving van de rechtspraak mag verwachten.
 
Financiering blijft op peil
In de brief wordt ook gerefereerd aan de afspraken die er zijn gemaakt tussen de minister en de Raad voor de rechtspraak over de financiering van de rechtspraak. In 2014 en 2015 blijft de financiering op het huidige niveau, in 2016 kan de prijs omlaag doordat er meer wordt gedigitaliseerd en efficiënter gewerkt. De minister stelt dat de afspraken ‘recht doen aan de noodzaak de kwaliteit van de rechtspraak te garanderen'.         
 

Bron: de Rechtspraak

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting

0

Gerelateerde artikelen