In de nota van wijziging bij het Belastingplan 2023 (36202) is de maatregel opgenomen dat de aftrek van periodieke giften per 1 januari 2023 wordt beperkt tot € 250.000. Daarbij geldt een uitzondering voor op 4 oktober 2022, 16.00 uur reeds aangegane verplichtingen tot het doen van periodieke giften. De uitzondering is van toepassing tot en met 31 december 2026. De Orde vraagt zich onder meer af waarom de conclusies van de evaluatie van de giftenaftrek, die gepland is voor 2023, niet worden afgewacht. Ook vraagt de Orde zich af hoe zal worden omgegaan met overeenkomsten voor periodieke giften die op 4 oktober 2022 zijn ondertekend. Uit die stukken blijkt immers niet op welk tijdstip dit heeft plaatsgevonden. Daarnaast geeft de Orde ter overweging mee een uitzondering op te nemen voor periodieke giften die doorlopen tot na 2026.

Met de aanpassingen in de artikelen van de belastingrente en invorderingsrente door de Fiscale Verzamelwet 2023 (36107), wordt een groot aantal onevenwichtigheden in de renteregels weggenomen. De NOB vindt dit een goede ontwikkeling. Er is echter geen rekening gehouden met de onevenwichtigheden die ontstaan als belastingplichtige en inspecteur een geschil hebben over de hoogte van de verschuldigde belasting. Als een aanslag wordt verminderd na bezwaar of beroep wordt namelijk geen belasting- of invorderingsrente vergoed. Dit is niet te verklaren vanuit de verzuimgedachte. De NOB vindt dat in het kader van de rechtszekerheid, het procesrisico met betrekking tot de rente gedeeld moet worden tussen partijen.

Verder geeft de NOB een overzicht met alle onbeantwoorde NOB-vragen uit eerdere reacties op het wetsvoorstel implementatie DAC7 (36063). De NOB doet de suggestie om deze vragen aan de staatssecretaris te stellen.

Lees de hele nadere reactie en bijlage.

Bron: NOB