De NOB geeft in haar nader commentaar op het wetsvoorstel Wet aanpassing box 3 (35 577) in overweging om alsnog af te stappen van een systeem met twee versies van het heffingvrij vermogen en het box 3-systeem te blijven baseren op één heffingvrij vermogen. Het werken met twee versies van het begrip heffingvrij vermogen is complex en maakt nog meer aanvullende regelingen nodig. In de nota van wijziging wordt ook al aanvullende wetgeving voorgesteld. De Orde vreest dat de uitvoering van dit wetsvoorstel lastiger blijkt te zijn dan nu is verondersteld.
In de nota naar aanleiding van het verslag wijst de staatssecretaris het invoeren van een vierde schijf, die loopt van 31.340 euro tot 50.000 euro, niet inhoudelijk af maar kan dit alternatief pas in 2022 worden ingevoerd vanwege gevolgen voor (voorlopige) aanslagen in 2021. De Orde concludeert hieruit dat dit alternatief, waardoor gewerkt kan blijven worden met één begrip heffingvrij vermogen, ook door de staatssecretaris eigenlijk als een beter alternatief wordt gezien ten opzichte van hetgeen nu is voorgesteld. De Orde beveelt aan het systeem van een vierde schijf toch per 2021 in te voeren, zodat belangrijke vereenvoudigings- en uitvoeringswinst wordt behaald. Daarbij moeten de beperkte, negatieve gevolgen in de sfeer van (voorlopige) aanslagen inzake het jaar 2021 voor lief worden genomen.
De Orde juicht alle initiatieven op weg naar een stelsel op basis van werkelijk rendement van harte toe. Volgens de Orde is het amendement Leijten een meer gerichte tussenstap op weg naar werkelijk rendement dan het wetsvoorstel. De in het amendement gekozen oplossing levert een betere uitvoerbaarheid op dan het wetsvoorstel omdat er met één begrip heffingvrij vermogen wordt gewerkt, de beheersing van het risico van arbitrage afdoende is geborgd en de factor ‘inflatie’ nu wel op de juiste wijze wordt gecorrigeerd. Omwille van de budgetneutraliteit wordt in dit amendement een tariefsverhoging voorgesteld. De Orde is van mening dat budgetneutraliteit geen harde randvoorwaarde mag zijn voor een wijziging van belastingheffing die voor zeer grote groepen belastingplichtigen al jarenlang bijzonder oneerlijk heeft uitgewerkt.
Bron: NOB