De Bijzondere Belastinginspectie (BBI), een afdeling bij onze zuiderburen die internationale belastingfraude bestrijdt, ligt steeds vaker in de clinch met de rulingdienst van de Belgische fiscus over fiscale afspraken met bedrijven. Dat meldt De Tijd.
De twee afdelingen ruziën over de fiscale overeenkomsten die door de rulingdienst zijn afgesloten met de Zwitsers-Nederlandse groep Allseas. Die belastingafspraken gingen over de toepassing van de tonnageheffing en worden nu aangevochten door de BBI. Er staat meer dan 1 miljard euro op het spel in het dossier.
Vorig jaar waren er tussen de rulingdienst en de BBI discussies over twaalf dossiers nog voor dat de ruling was afgesloten. In 2019 waren er elf twistpunten, in 2018 vijf en in 2017, 2016 en 2015 telkens slechts een. In het merendeel van de meningsverschillen was het de BBI, die na controle bij de bedrijven problemen had met de rulingdossiers omdat de afspraken niet passen binnen het wettelijk kader of omdat de bedrijven zich niet houden aan de afspraken.
De rulingdienst verdedigt zich met het argument dat veel rulings worden aangevochten door de BBI ondanks dat de bedrijven de afspraken met de rulingdienst correct uitvoeren. Ook ontkent de rulingdienst dat het onwettige beslissingen zou nemen. "Bovendien", zo zegt directeur Vanden Berghe in de krant, "klopt het beeld niet dat we alleen rulings zouden sluiten met grote bedrijven of multinationals. Dat blijkt ook uit onze algemene cijfers. In totaal is vorig jaar 35 procent van de rulings gesloten met grote ondernemingen en 35 procent met het mkb."
Bron: De Tijd
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht