Voorwaarde is wel dat de mogelijke onjuistheid het gevolg is van een recente wijziging in de wet- en regelgeving die niet, niet tijdig, juist of volledig in de automatisering is verwerkt én dat de mogelijke onjuistheid niet substantieel is. De aanpassing van de voorlopige aanslag vindt dan uiterlijk plaats bij het vaststellen van de definitieve aanslag.
De voorlopige aanslag is een schatting en komt vrijwel nooit exact overeen met de definitieve aanslag. Om doelmatigheidsredenen zal daarom de inspecteur niet tegemoet komen aan een verzoek om herziening van de voorlopige aanslag als dat slechts tot een geringe aanpassing leidt.
Deze wijziging van artikel 23 Uitvoeringsregeling Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) is gepubliceerd in de Staatscourant.
Bron: Ministerie van Financiën
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting