Het is voor politici aantrekkelijker om vooruit te kijken en nieuw beleid te presenteren dan om terug te kijken en te onderzoeken hoe bestaande overheidsmaatregelen in de praktijk hebben uitgewerkt.

Daarin staan politici overigens niet alleen. Ook onze beroepsgroep houdt zich liever bezig met aankomende fiscale wetsvoorstellen, zoals de aanstaande wijziging van box 3 of het wetsvoorstel over excessief lenen van de eigen bv, dan met de vraag of Werken aan winst in 2007 en de hervorming van de schenk- en erfbelasting in 2010 eigenlijk een succes zijn (geweest) en wat wij van de effecten van deze maatregelen kunnen leren. Niettemin is het terugkijken en evalueren van bestaande maatregelen essentieel voor een beter functionerende overheid of – om op ons vakgebied te blijven – het belastingstelsel.

Daar waar de markt commerciële partijen corrigeert, moet de overheid leren door middel van evaluaties. Het huidige kabinet hecht veel waarde aan het lerende vermogen van de rijksoverheid, getuige de lopende operatie ‘Inzicht in kwaliteit’. Het doel van deze operatie is om de maatschappelijke toegevoegde waarde van publiek geld te vergroten door meer inzicht in de impact van beleid te krijgen èn daarnaar te handelen.

Hoewel er € 300 mld. wordt geïnd èn uitgegeven, wordt traditioneel bij het evalueren van het rijksbeleid relatief veel meer aandacht besteed aan de uitgaven dan aan de ontvangsten. Dat is onterecht. Uiteraard kan mij worden verweten dat ik als fiscalist wat beroepsgedeformeerd ben, maar voor mij geldt dat een euro die wordt uitgegeven aan bijvoorbeeld een subsidie voor innovatie, evenveel 'waard' is als een euro die niet wordt geïnd, omdat in de innovatiebox een lager effectief VPB-tarief geldt voor innovatieve activiteiten. De praktijk is echter een andere. In deze constatering sta ik niet alleen. In het kader van de publicatie van hun boek ‘Ontwerp voor een beter belastingstelsel’, stellen de economen Sybren Cnossen en Bas Jacobs vorige maand eveneens dat er te weinig aandacht is voor de ontvangstenkant van de Rijksbegroting.

Een decennium later is dit beeld wel ten goede gekeerd. Met enige regelmaat verschijnen er gedegen evaluaties van fiscale regelingen. In voorbereiding op de herziening van het belastingstelsel worden momenteel ‘bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ voorbereid op het Ministerie van Financiën. Hoewel dus wel de nodige voorbereidingen worden getroffen om weloverwogen wijzigingen in het belastingstelsel door te voeren, verbaast het mij toch elke keer weer hoe weinig we echt weten.

Is het fiscale beleid echt doelmatig en effectief, of is het telkens weer een kwestie van ‘trial and error’? Ik besef dat het beantwoorden van deze vraag een tijdrovend en ingewikkeld proces is, maar er is wel wat aan te doen. Er is namelijk een schat aan informatie die met behulp van data-analyse uit de belastingaanslagen kan worden gehaald, kan worden ontsloten en vervolgens kan worden geanalyseerd. Door het openstellen van (macro-)data van de verschillende fiscale regelingen, antimisbruikbepalingen en andere fiscale bepalingen voor fiscaal-economisch onderzoek kunnen fiscale wetenschappers meehelpen de doelmatigheids- en effectiviteitsvraag van bestaande fiscale wet- en regelgeving te analyseren en staat het Ministerie van Financiën er niet alleen voor.

En wie wil dat nou niet, gratis fiscale bijstand door de fiscale experts van Nederland?

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Carrousel: Carrousel

5

Gerelateerde artikelen