Als mijn vader vroeger op zaterdag de weekboodschappen ging doen, dan vulde hij vooraf thuis een cheque in. Alleen het bedrag liet hij nog open. Dat noteerde hij vervolgens bij de kassa om daar wat tijd te besparen en ergernis bij de wachtenden na hem te beperken.

Tijden veranderen. Echter, deze gedachte aan zeker veertig jaar geleden kwam wel bij mij op toen ik het wetsvoorstel ‘Wet plan van aanpak witwassen’ las. Dit wetsvoorstel is in oktober 2024 door de Tweede Kamer aangenomen. Bij amendement is er ook een verplichting tot acceptatie van contant geld in het wetsvoorstel gekomen.

De verplichting houdt in dat rechtspersonen contante betalingen van particulieren moeten accepteren. Van de verplichting kan alleen bij AMvB worden afgeweken. En dat kan niet zomaar. Zo is een afwijking alleen mogelijk vanwege de veiligheid of de specifieke aard van de werkzaamheden. Het amendement noemt als voorbeeld onbemande tankstations. Ook geldt een zware voorhangprocedure: een voorstel-AMvB moet aan zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden voorgelegd. Als ten minste een vijfde van de leden van een Kamer daarom vraagt, moet een afwijking zelfs wettelijk worden geregeld.

De indieners van het amendement zullen het zeker goed bedoelen. Zij willen zoveel mogelijk mensen toegang geven tot het betalingsverkeer. En dus tot de samenleving. Maar moet dit wettelijk worden afgedwongen, zeker als afwijken ook nog eens lastig wordt gemaakt? Kan de samenleving dit niet zelf oplossen: als de groep die contant wil betalen maar groot genoeg is en het ondernemers geld kost, blijven zij toch ‘vanzelf’ contant geld accepteren?

Daarbij rammelt de onderbouwing van de acceptatieplicht nogal. Dat geldt sowieso voor de constatering dat veel particulieren vanuit gemak voor contant geld kiezen. Als dat zo is, waarom zou een ondernemer dan ook geen eigen keuze mogen maken? Veiligheid en de kosten verbonden aan contant geld kunnen voor een ondernemer juist reden zijn om contant geld niet meer te accepteren. Door het opwerpen van een hoge horde, oftewel een AMvB met een zware voorhangprocedure, wordt het voor een individuele ondernemer vrijwel onmogelijk gemaakt om contant geld te weigeren. Ook als hij daarvoor zeer plausibele redenen mocht hebben. Overigens heeft de overheid ook zelf niet echt bijgedragen aan de populariteit van contant geld. Zie bijvoorbeeld hetzelfde wetsvoorstel, dat contante betalingen voor goederen vanaf € 3000 verbiedt.

Verder noemt de toelichting enkele groepen particulieren waarvoor contant geld noodzaak zou zijn. De grootste groep daarvan is de groter wordende groep senioren. Binnen de huidige groep senioren zal er zeker een groter aantal zijn dat moeite heeft met digitaal betalingsverkeer. Onjuist lijkt mij echter dat de groei van de groep senioren ook automatisch leidt tot een groei van het aantal mensen dat moeite heeft met deze vorm van betalen. Velen daarvan zullen inmiddels namelijk zijn ‘opgegroeid’ met het digitale betalingsverkeer.

Dan kom ik ook weer terug bij mijn vader. Helaas is hij alweer ruim tien jaar geleden overleden. Toen schreef hij allang geen cheques meer uit voor het betalen van de weekboodschappen. Hij pinde …

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Informatiesoort: Uitvergroot

Focus: Focus

1697

Gerelateerde artikelen