Hof Arnhem-Leeuwarden gaat in op de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in het geval dat erfgenamen na het overlijden van erflater de belastingprocedure overnemen. 

Erflater voert een beroepsprocedure over zijn aanslag IB/PVV 2003. Als Hof Leeuwarden X in het ongelijk stelt (Hof Leeuwarden 18 december 2012, nr. 11/00037, V-N 2013/11.1.2) stelt X beroep in cassatie in. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond (HR 27 september 2013, nr. 13/0283, ECLI:NL:HR:2013:814). Hof Leeuwarden (thans: Hof arnhem-Leeuwarden heropent het onderzoek ter voorbereiding van een nadere uitspraak over het verzoek van de erfgenamen van erflater (belanghebbenden) om een immateriële schadevergoeding. Hof Arnhem-Leeuwarden gaat in op de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in het geval dat erfgenamen na het overlijden van erflater de belastingprocedure overnemen. Het hof overweegt dat het recht op immateriële schadevergoeding overgaat op de erfgenamen wanneer de erflater aan de wederpartij heeft meegedeeld op de vergoeding aanspraak te maken. Nu de erflater dit in casu niet heeft gedaan, kunnen de erfgenamen op grond van art. 6:106 lid 2 BW niet in de plaats van erflater aanspraak maken op een schadevergoeding. Zij kunnen echter wel zelfstandig een verzoek doen, hetgeen zij ook hebben gedaan. Het verzoek van erfgenamen is niet te laat, hoewel het pas in hoger beroep is gedaan. De spanning en frustratie, die grond zijn voor de schadevergoeding, worden verondersteld ook aanwezig te zijn bij de erfgenamen, aldus jurisprudentie van het EHRM. Het is aan de nationale rechter om te bepalen of de vergoeding gematigd moet worden op grond van het feit dat de erfgenamen slechts een korte periode bij de procedure betrokken zijn geweest. Het hof besluit de schadevergoeding voor de bezwaarfase te verminderen met 90% van € 1500 naar € 150. Dit omdat de exacte relatie van erfgenamen tot erflater onbekend is en evenmin duidelijk is in welke zin zij vóór het overlijden van erflater spanning en frustratie hebben ondervonden. Voor de beroepsfase kent het hof een vergoeding toe van € 500 aan alle erfgenamen samen.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 februari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen