Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat inlener, X, terecht aansprakelijk is gesteld voor door de uitlener, A bv, niet betaalde naheffingsaanslagen loonheffingen.

In de jaren 2007 en 2008 hebben enkele werknemers, die in dienstbetrekking waren bij A bv, onder toezicht  of leiding van belanghebbende, X, voor X werkzaamheden verricht. A bv is in het jaar 2009 failliet verklaard. X heeft geen bedragen op de G-rekening van A bv gestort. X is op 11 september 2013, naar aanleiding van een boekenonderzoek in het kader van de inleners- en ketenaansprakelijkheid,  door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor door A bv niet betaalde belastingschulden. Het betreft diverse naheffingsaanslagen loonheffingen die aan A bv zijn opgelegd in verband met de constatering dat niet alle betaalde lonen in de administratie zijn verwerkt en daarover geen loonheffingen zijn ingehouden en afgedragen. X komt in beroep. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van mening dat de administratie van X onvoldoende is om vast te stellen hoeveel loon de individuele werknemer heeft genoten. De berekening van de ontvanger is dan juist. De rechtbank vindt de berekening van de ontvanger ook niet onzorgvuldig. Verder beslist de rechtbank dat X geen vertrouwen kan ontlenen aan de door de ontvanger afgegeven verklaringen ‘Betalingsgedrag loonheffingen'. De aansprakelijkheid blijft in stand. Het beroep is ongegrond.

 

Lees ook het thema Inlenersaansprakelijkheid.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 22 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen