Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de activiteiten die X verricht niet zijn aan te merken als een bron van inkomen. Er is namelijk geen objectieve voordeelsverwachting aanwezig.

X geniet een WW-uitkering. In 2011 schrijft hij zijn onderneming in bij de Kamer van Koophandel. In geschil is of er sprake is van een bron van inkomen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de activiteiten die X verricht niet zijn aan te merken als een bron van inkomen. Er is namelijk geen objectieve voordeelsverwachting aanwezig. Het hof wijst er daarbij op dat X in de periode 2011 - 2015 een totale omzet van € 1762 heeft gerealiseerd en een verlies van € 50.000 heeft geleden. Daarbij is niet van belang dat de uitkeringsinstantie de tijd die X aan de activiteiten heeft besteed, heeft aangemerkt als ‘onbeschikbaar voor de arbeidsmarkt’. Dat geldt ook voor het feit dat X, door het opstarten van zijn ondernemingsactiviteiten, heeft voldaan aan op hem rustende (wettelijke) verplichtingen van (uitkerings)instanties. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen